De rijke geschiedenis van deCHORALE wekte recent interesse in het buitenland. Annette Portegies is een Nederlandse letterkundige, ze werkt momenteel aan een uitgebreide biografie over de Vlaamse auteur Maurice Gilliams (1900-1982) Zoekend in z’n leven kwam ze één van onze oude koorfoto’s op het spoor. Ze ontdekte dat Gilliams jarenlang lid is geweest van deCHORALE. Haar biografie verschijnt rond deze periode. We mochten alvast dit stukje bijzondere koorgeschiedenis ‘en primeur’ publiceren. We spoelen met Annette Portegies terug naar de jaren ’30 van vorige eeuw:
DeChorale_Wereldtentoonstelling_1930_optreden_OudBelgië
Maurice Gilliams en de Chorale Caecilia
Beschouwde de schrijver Maurice Gilliams het als een gunstig voorteken dat hij Gabriëlle Baelemans ontmoette in de Sint-Pauluskerk, op maar een paar meter afstand van het familiegraf van de Sucquets, zijn voorouders? Het moet vroeg in de jaren dertig zijn geweest, tijdens een repetitie van de Chorale Caecilia, waarvan ze beiden lid waren. Gaby, zoals ze door intimi werd genoemd, was de dochter van een welgestelde, katholieke bierbrouwer uit Schilde, een dorp op zo’n vijftien kilometer ten oosten van Antwerpen. Geen opvallende verschijning, integendeel. Hij zou haar waarschijnlijk nauwelijks hebben opgemerkt als Lodewijk De Vocht hen niet aan elkaar had voorgesteld.
Onder leiding van De Vocht was deCHORALE één van de meest toonaangevende amateurkoren van België geworden, met een reputatie die tot over de grenzen reikte. Het werd als zijn grootste verdienste gezien dat hij in Vlaanderen een traditie startte van jaarlijkse uitvoeringen van de Matthäus-Passion in de week voor Pasen, soms in het Duits, vaak in de Nederlandse vertaling van de priester-dichter Maurits Van Hoeck. En hoewel Gilliams vocht met zijn geloof, en steeds meer moeite kreeg met de moraalvoorschriften van het katholicisme, zong hij zijn partijen in de Chorale Caecilia voluit en met overtuiging. Niet alleen omdat hij in het koor zijn dorst naar muziek kon lessen, maar ook omdat de Matthäus-Passion hem steeds ten diepste raakte.
In de zomer van 1933 gaf hij Gaby een exemplaar van zijn dichtbundel 'Het Maria-Leven', met de betekenisvolle maar cryptische boodschap: ‘Aan Gaby, deze droomgeheimen die het hart op zijn wrange wijsheid hebben voorbereid.’ Met Kerstmis van datzelfde jaar schonk hij haar een exemplaar van 'De kleine kroniek van Anna Magdalena Bach', een gefingeerde autobiografie van de tweede vrouw van Johann Sebastian Bach, waarin hij noteerde: ‘Aan Gabriëlle Baelemans, deze trouwe spiegel van Schoonheid, Liefde en Hemelsche Genade.’ Na de repetities van de Chorale Caecilia brandden ze soms samen een kaarsje in de Lourdesgrot in de binnentuin achter de Sint-Pauluskerk. Vaak leidde hij haar even naar het graf van de Sucquets, waar hij dan met haar knielde zoals hij dat in zijn kinderjaren met zijn moeder had gedaan, eenstemmig biddend voor hun zielenheil. Zij ervoer het als een liefdesverklaring. Hij vermoedelijk als een sollicitatie.
Want dat hij haar het hof begon te maken, was niet zijn eigen idee geweest: het was Lodewijk De Vocht die voor zijn overburen (hij woonde tegenover de brouwerij van Gaby’s vader in Schilde) op zoek ging naar een geschikte huwelijkskandidaat voor hun dochter. Ook De Vocht moet overtuigd zijn geweest van de zuiverheid van Gilliams’ godsvrucht: hij nodigde hem uit voor een wandelvakantie in Wallonië, waar de familie Baelemans zich bij hen zou voegen, zodat Maurice en Gaby elkaar buiten de muren van Sint-Paulus beter konden leren kennen, of, eerlijker, zodat haar ouders hem aan een keuring konden onderwerpen. Het zou erom spannen: waren ze bereid de grootste hindernis te nemen die een eventueel huwelijk in de weg stond, namelijk dat de schoonzoon die De Vocht voor hen had uitgezocht geen vast inkomen had en nauwelijks over eigen vermogen beschikte? Hij viel nogal in de smaak, vooral bij Gaby’s moeder, die hem impulsief een kleine betrekking op de administratie van de brouwerij beloofde zodra hij zich met haar dochter verloofde. Ze stelde bovendien een perceel bouwgrond in Schilde ter beschikking, waarop een vrijstaand villaatje voor het toekomstige paar zou worden neergezet.
Maurice Gilliams en Gaby Baelemans trouwden in 1935. Het huwelijk liep al na zes maanden uit op een catastrofe, die beide echtgenoten hun leven lang zou blijven bezighouden. Gilliams schreef er een roman over, 'Gregoria of een huwelijk op Elseneur', die in 1991 postuum werd gepubliceerd.
Maurice Gilliams en Gaby Baelemans op hun huwelijksdag, 27 augustus 1935
Uit Annette Portegies: Weerspiegeld in een waterglas, Maurice Gilliams 1900-1982, verscheen op 7 september 2022.
Comments