Muziekarchivaris Barbara Sarmentero neemt me mee naar 'de kelder' in de VRT gebouwen. In 'de kelder' bewaart de VRT talloze opnameplaten uit ver vervlogen tijden. Een echte schatkamer waar archivarissen ook vandaag nog straffe vondsten doen. Barbara heeft zich wekenlang gebogen over de opnames met de aloude Chorale Caedilia, met natuurlijk Lodewijk De Vocht. We gingen haar opzoeken.
Muziekarchivaris Barbara Sarmentero in het geluidsarchief van de VRT
Het zijn soms kleine toevalligheden die dingen in beweging zetten. Het begon met een mailtje van Barbara in de mailbox van voorzitter Walter. Ze was bezig met oude opnames van de Chorale Caecilia en was nog op zoek naar ontbrekende informatie. Via de site van het koor was ze bij Walter uitgekomen. "Of Walter soms nog informatie had van lang geleden?" Zo kwam ik met haar in contact.
Als musicologe is ze natuurlijk heel geïnteresseerd in muziek. "Het gaat bij mij heel breed, pop, rock, maar vooral toch klassiek." Bij de VRT probeert ze als muziekarchivaris om stukjes muzikale geschiedenis of erfgoed opnieuw samen te stellen en te bewaren. "Soms is het echt gepuzzel, moet je zoeken naar info die haast nergens te vinden is, maar dat vind ik best wel spannend en leuk om doen.
Ook bij oude opnames van de Chorale Caecilia ontbreekt vaak informatie van bijv. uitvoerders of solisten. Soms werden namen slecht genoteerd, of gaat het om pseudoniemen. Ik zoek in oude kranten, oude aankondigingen, noem maar op."
Het muziekarchief bevat ook een schat aan partituren, hier Primavera van Lodewijk De Vocht
Gekraak uit 1928
In het muziekarchief van de VRT zitten alles samen 2,5 miljoen nummers en 50 000 opnames. Van de beginjaren van de radio tot nu. 'Muziekarchief' is misschien wel een beetje een misplaatste term, want er zitten niet alleen heel oude opnames tussen, maar ook tal van actuele nummers waar bijv. StuBru gretig gebruik van maakt. Tussen al die opnames zitten er zo'n vijftig met de Chorale Caecilia en Lodewijk De Vocht als dirigent, over een periode van 1928 tot pakweg 1965. De oudste opname dateert uit 1928, een shellacplaat met een deel van 'Judith', het oratorium van Arthur Honegger.
Dat was geen onbekende voor de Chorale Caecilia, Lodewijk De Vocht onderhield jarenlang nauwe banden met deze componist. "Het is een opname die er toch wel uitspringt. De plaat zelf is niet gerestaureerd, je hoort dus veel gekraak. Maar tegelijk hoor je in het koor ook een zekere ruwheid en een puurheid in de stemklank, je hoort veel emotie en daar hou ik eigenlijk wel van", zegt Barbara.
Plaatopname met Chant des Sources en Lentevreugd, met de Chorale, uit 1926
Klankrestauratie
Shellacplaten hadden altijd een commercieel doel, ze waren dus gemaakt voor ruime en brede verspreiding. Barbara: "Je hebt ook de reguliere lakplaten die gebruikt werden om iets op te nemen en enkele malen af te spelen, om uit te zenden op de radio bijvoorbeeld. Lakplaten hebben hoe dan ook altijd een bijzondere betekenis omdat men het toen belangrijk vond om niet alleen een bepaalde opname te maken maar ook om ze te bewaren. Net daarom is beslist om voorlopig alleen de lakplaten te restaureren en te digitaliseren, wat ik in zekere zin wel spijtig vind. Ook de meer commerciële shellackplaten verdienen soms toch wel klankrestauratie. Maar het is een tijdrovend proces." Op zulke oude platen kan maar enkele minuten muziek opgeslagen worden. "Men zorgde voor overlappingen in de opname, anders had je nooit de opname van het volledige werk", weet Barbara.
Gerestaureerde opnames
Na een strenge selectie werden alvast twee lakplaten met de Chorale Caecilia gerestaureerd en gedigitaliseerd. Het zijn twee opnames uit de jaren ’50. Een eerste opname bevat een a capella-concert in studio 4 in Flagey, op 21 mei 1951, naar aanleiding van de 35ste verjaardag van de Chorale Caecilia. Op het programma onder meer een toen nooit eerder opgenomen “Lente Symfonie”, voor vocaal kwartet en achtstemmig koor. De solisten kwamen trouwens uit het koor. Verder ook “het Schrijverke” en “Joelende Jeugd”, en vijf virtuoos-plezante bewerkingen van Vlaamse Volksliederen. Meestal voor solist en a-capellakoor.
Een tweede opname dateert van hetzelfde jaar 1951, ook alweer vanuit de befaamde studio 4. De lakplaat bevat het “Te Deum” en de beruchte “Koorsymfonie” van Lodewijk De Vocht. Aanleiding was de viering van z’n 65ste verjaardag, De Vocht leidde z’n Chorale en het toenmalige NIR-orkest.
Primavera
De thematiek van de lente moet De Vocht hoe dan ook erg aangesproken hebben. Er is z’n “Lente Symfonie”, het voor ons bekende “Lentevreugd” en z’n “Primavera”, één van z’n laatste grote composities voor soli, koor en orkest. Barbara: “Daarvan hebben we drie versies bewaard, weliswaar op geluidsband, want de lakplaten waren toen al verleden tijd. De eerste opname dateert uit 1962. Ze bevat de wereldcreatie van het eerste deel. De tweede dateert uit 1965, de laatste opname is van 1967. De Vocht vierde toen z’n 80ste verjaardag. Het was trouwens een van de weinige keren dat hij de Chorale uit handen gaf. Leonce Gras dirigeerde het Symfonieorkest van de BRT, de Chorale Caecilia kreeg versterking van de omroepkoren. Het is opmerkelijk dat we met het archief dit hele proces kunnen documenteren”.
Nog twee extraatjes
Dit gesprek met Barbara was meteen de aanleiding voor het VRT geluidsarchief om nog een andere opname te restaureren.
Het gaat om een opname met een deeltje uit Les Coëphores, van Darius Milhaud: In Vocifération Funèbre hoor je de vocale kwaliteit van de toenmalige Chorale Caecilia. De opname dateert uit 1928 en kan je hier beluisteren.
Verder visten we ook nog deze opname op uit 1936, met het voor ons overbekende Lentevreugd. Veel luisterplezier!
Comments