De pannen van het dak van de QEH – 21/11/2021
- Ann D'Haese

- 21 nov 2021
- 3 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 dec 2021

Vijf weken tussen twee concerten met hetzelfde programma. Niet evident. Wat doe je om de goede vorm te behouden en op het juiste moment weer te pieken? Daarvoor moeten we misschien te rade bij sporters. Zij weten hoe je zoiets opbouwt.
Zingen met mondmaskers – een beslissing die in de aanloop naar het concert genomen werd om ons publiek en onszelf te beschermen – lijkt dan wat op een hoogtestage. Meteen een extra vestimentair element, naast de prachtige accessoires van Frie (S11) en Nicole (A08).
De raccord was zwaar maar nuttig. Anderzijds hebben we daar onze stem niet gespaard. Alsof we al een halve marathon gelopen hadden voor de wedstrijd begon.
De World Choir Games hadden we ruimhartig laten liggen, zo hadden die andere koren uit land & wereld extra kansen op een gouden medaille. Het olympisch motto “Citius, Altius, Fortius” namen we echter mee. Ons Latijn is altijd weer bijgespijkerd na het inoefenen van een Requiem maar voor de zekerheid toch de vertaling: “Sneller, Hoger, Sterker”. Het deChorale-alternatief: “Tellen, Voeden, Kijken”.
- CITIUS: soms moest het nog sneller, dan weer trager, niet zoals we het zelf aanvoelden maar zoals de dirigent het op dat moment wou -
Hèhè, wat heeft die Howard Goodall ons ritmisch uitgedaagd! Syncopes alom, complex te berekenen inzetten als ‘that mark our place…” (tenoren), de variaties op “dies irae”, de cortège in 3/4 richting paradijs in n°10 en de declamatie in n° 2 en 8 Revelation. Laat er dan hier en daar een ritmische onnauwkeurigheid geweest zijn, we zijn samen vertrokken en we kwamen samen aan. Dat is voor een koorconcert toch de essentie.
We houden als koor van lopen. Paul heeft dikwijls de grootste moeite om ons in toom te houden. Met n° 4 Hymn – Lead Kindly Light lukte dat beter dan in Brugge. In n° 8 Revelation zagen we op het einde Paul megagrote bewegingen maken om ons in de gewenste versnelling te trekken. Wie niet keek was niet mee. Zo simpel is koorzingen.
Nystedt moest daarentegen juist langzaam, van de componist moet dit ongeveer 5 minuten duren. Omdat we dit keer een staande versie brachten, op het podium, was er qua beweging enkel het individuele gaan zitten als men aan het/zijn einde kwam. Het deed van ver denken aan het tragische slotkoor in Dialogue des Carmélites, een opera van Poulenc, waarbij een groep nonnen elk om beurt onder de guillotine valt.
Beethoven was ritmisch een makkie. De overschakeling naar presto zat in onze reflexen wegens goed getraind. En de snelheid was vooral voor de pianist, die daar schijnbaar geen enkele moeite mee had.
- ALTIUS: hoog denken en voeden, dat wil wel helpen -
Volgens Paul hingen we meermaals onder de toon maar daar hadden we zelf weinig last van en het publiek hopelijk ook niet. In zo’n concert heb je geen andere keuze dan collectief en solidair te zakken eens dat ergens begint. Evenmin past het om verstoord links, rechts of achter te kijken naar de vermeende aanstoker van het zakken (uiteraard zing je zelf nooit vals). Het schijnt dat dit met goed voeden op te lossen is maar de akoestiek werkte niet mee. Surfen op de aanzet van een instrument in het orkest lag ook niet binnen de mogelijkheden. Daarvoor hoorden we te weinig.
De sopranen waren dan weer heel mooi op toon met “recordare” in n° 7 Recordare: drop, drop slow tears.
De solisten hadden geen enkele moeite met intonatie. Man man, wat zongen die hemels. Liesbeth, Thomas en Charles toucheerden oor en hart. Dat deden ook de drie extra Beethoven-zangers.
Een ander element van hoogte: de blauwe sterrenhemel die boven Immortal Bach geprojecteerd werd terwijl wij zelf in het donker bleven staan.
- FORTIUS: zacht is het nieuwe sterk -
Het lastigste voor een groot koor als deChorale is juist om zacht te zingen. De sterkte zit hem precies in de pianissimo’s, volume gaat vanzelf. Luister maar bij Beethoven, daar waren wij krachtig als een perfect afgericht kanon. Een ware geluidsexplosie bij “Großes, das ins Herz…”
Als er moest gedimd worden bracht Paul zijn hand naar zijn mond. Sjjjt. En dan reageerden wij meteen zo gedisciplineerd als men van ons gewend is.
Van onder de mondmaskers articuleerden we toch duidelijk. Hoewel, het dreigende van de engelen in Revelation, de derde engel bij uitstek, had geen effect op het publiek. Niemand voelde zich schijnbaar aangesproken. Tja, apocalypsen hebben altijd hun ontkenners, dat weten we met corona en de klimaatzaak en andere urgenties.
- Een les uit de wereld van het Leiderschap: focus op excellentie, niet op perfectie -
Meer dan in Brugge was dit “ons” publiek. Enerzijds genodigden van koorleden (wellicht soms met lichte dwang), anderzijds fans die al jaren naar ons komen luisteren, waar we ook optreden, Singel, Sint-Pauluskerk, Carolus Borromeuskerk, QEH. De staande ovatie deed deugd. Dit nadat wij 1300 toeschouwers enorm deugd gedaan hadden.
Ann D’Haese (T11)
Opmerkingen