Brugge, die Scone… Chorale – 15/10/2021
- Ann D'Haese

- 24 nov 2021
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 4 dec 2021

Op een waarlijk zonnige oktoberdag in Brugge vond deCHORALE zijn nieuwe adem terug. Corona had ons al te lang van het podium gehouden, de goesting was groot. Je kan ook niet blijven ter plaatse trappelen in Zoom-repetities en telkens weer de partituren wegleggen tot betere tijden. De Harelbeekse Lions – een boomlange voorzitter en zijn al even rijzige sidekick – verwelkomden ons als symbolen van een soort culturele wederopstanding. Het publiek snakte al even erg als wij.
Bij de raccord was het meteen duidelijk, er zat een mooi concert in. De stemmen waren gesmeerd. In bussen, op treinen en in auto’s was geneuried, honing-en-tijmthee gesipt en finaal gegorgeld met een speciaal preparaat voor de keel van Pfizer. “Goei benen” zouden we zeggen als we in een andere sector actief waren. Achter de coulissen was versie 13.2.1 van de kooropstelling opgehangen, in de ochtend nog aangepast aan wensen, behoeften en noodwendigheden maar luttele uren later alweer achterhaald. Stemgroepen waren versnipperd in 14 bubbels. Als zanger moest je je staande houden met voor, achter en opzij andere stemmen. Om beter te kunnen ‘blenden’, hield onze dirigent ons voor, ons daarbij ter motivatie in het vakjargon meetrekkend. Was dit in het begin misschien wat onwennig, op het einde was het prettig zingen. Er zit trouwens zoveel liefde in ons koor dat wij ons ook spontaan vermengen. En als Paul het nodig had gevonden en lief gevraagd, zouden sommigen zelfs meerdere stemmen ineens zingen.
- Met “Immortal Bach” werd het publiek verrast. Iedereen, tot op de verste stoel, was meteen in de stemming -
Verrassingsgewijze begonnen we het concert met het meditatieve “Immortal Bach” van Knut Nystedt. Het moet niet altijd in het programma staan, dat is met bisnummers ook niet zo. In de gangetjes tussen het publiek schuifelden we langzaam naar het podium, elkeen de 3 zinnen van het koraal in eigen tempo brengend en stilletjes hopend dat de stoelen juist geteld waren. Die ene snelle zanger die zich van rij vergiste is bij deze alles vergeven. Ik vind dat opus van Nystedt geweldig maar blijf het met mijn levenslust vreemd vinden om overtuigd “Komm süßer Tod” te zingen. ’t Is nog veel te vroeg, Mijnheer van Daarboven.
Paul had ons verwittigd dat mensen zouden kunnen huilen van het verschieten en de ontroering. Dat had hij tenminste gezien op YouTube. Ik zocht naar deze huilversie en vond ze niet. Hij had zoiets vroeger nog gezegd over Mahler, Bach en Beethoven maar ook toen gebeurde het niet. Het publiek weet niet altijd wat er van hen verwacht wordt, geloof ik.
- De Koorfantasie van Beethoven was een feestelijke mix van Kracht und Lieb -
Het forse beginakkoord in do mineur van de Koorfantasie van Beethoven deed iedereen uit zijn mijmeringen opschieten. Liebrecht Vanbeckevoort scherpte alle oren met zijn fenomenale pianospel. Bijwijlen zagen we hem met lichte verwondering naar zijn eigen vingers kijken, hoe die razendsnel en helder over de toetsen schoten. Zelden een solist zo ongegeneerd zien genieten. Van zijn eigen partij. Van de solo, duo’s, trio’s en kwartetten in het orkest. Van de vocale solisten, allen top. En van het koor. Muzikaal en toch gedisciplineerd van katoen geven kunnen we als de beste. Kraft und Lieb vermählden we met alle naturel ons eigen. Sigrun (PS13) slikte haar ergernis over onze uitspraak van haar moedertaal door. De tempowisseling naar presto in maat 490 maakten we feilloos. Voilà, deze goal was binnen.
- Een Requiem bedoeld als troost voor de levenden. Je publiek raken is belangrijker dan technische perfectie. Die is sowieso onhaalbaar. -
Voor Goodall en zijn “Requiem For The Living - Eternal Light” trokken we andermaal ons rood goed aan. Dat hadden de Leeuwen zo gevraagd en omdat ze goed gedokt hadden, deden we dit met plezier. Hier en daar rook een hemd wat muf wegens sinds 11 november 2018 niet meer gedragen. Het is wellicht ongepast om te vermelden dat men bij COVID-19 van zulke dingen geen last meer heeft maar u kent mijn slechte karakter intussen. Alten en tenoren trapten de koorzang af met “requiem aeternam”, waarbij er netjes met ademen gewacht werd tot na de ‘eis’. De kyrie-christe eleison zat in een flow met syncopen, zoals vaak in dit werk. Ze sluiten eigenlijk goed aan bij de gregoriaanse ritmiek (die er nauwelijks één is). Toch bleek dit telkens opnieuw een moeilijke horde voor ons, hoezeer er in de repetities ook op gehamerd en getikt was. Hier zullen andere incentives of didactische middelen moeten voor gevonden worden. Dreigen met het moeten trakteren met Brugse Zot bijvoorbeeld. Hierdoor en niet anders zongen de tenoren uiteindelijk ‘crrossizz”, zoals de dirigent niet 10 maar wel 100 keer gevraagd had. N° 3 Litany - Belief is mijn favoriet. De tekst geeft een hoop die ik alsnog kan verzoenen met mijn persoonlijke overtuiging. Ik reserveer alvast Thomas Blondelle om dit voor mijn afscheid uit te voeren, al zou ik dit nog liever zelf willen horen. Bij de Hymn – Lead Kindly Light misten we collectief de start maar mits een beetje lopen was dit zo weer ingehaald. Al bij al deden we het prima. Eternal Light ligt makkelijk in het oor maar is een uitdaging voor het koor (rijmpje!).
Met een aangrijpende Last Post werd meteen ook de geest/adem uit dit memorabele concert geblazen.
En toen ging het licht in de zaal weer aan. Et facta est lux.
Ann D’Haese (T11)
Opmerkingen