Emerituskapelmeester Frans Dubois
We schrijven 1990, Frans Dubois brengt als nieuwe Kapelmeester van de historische Sint-Pauluskerk zijn Koninklijke Chorale Caecilia in stelling om op 7 oktober hun allereerste concertmis te brengen, de 'mis in C' van Anton Bruckner. De start van een lange en duurzame band van deCHORALE (tot 2016 gekend als Koninklijke Chorale Caecilia) met de Sint-Paulusgemeenschap …
Een jaar later, op het feest van de Heilige Cecilia nota bene, volgt dan onze allereerste uitvoering van wat zal uitgroeien tot het Choralehandelsmerk en visitekaartje bij uitstek in Sint-Paulus: de 'Messe Solennelle en l’honneur de Sainte-Cécile' van Charles Gounod.
Dit werk en deCHORALE worden in 1992 voor de eerste maal geprogrammeerd op de viering van Maria ten-hemel-opneming. Dit samen met o.a. het pakkende 'O Beata Mater' van August De Boeck (dit laatste blijft tot op heden voor velen de muzikale en emotionele apotheose van de moederkesdagviering).
DeCHORALE zal vervolgens gedurende 26 jaar (-2018) de viering van 15 augustus mee opluisteren!
DeCHORALE zal vervolgens gedurende 26 jaar (-2018) de viering van 15 augustus mee opluisteren!
De aangrijpende en geliefde Messe Solennelle wordt daarbij, na enkele tussenliggende jaren met o.a. een afwisseling met de 'Jubelmesse in C' van von Weber, sedert 2005 onafgebroken uitgevoerd.
Na oplijsting blijkt dat de ‘Gounodteller’ in Sint-Paulus voor deCHORALE (met inbegrip van 2022) op 24 uitvoeringen staat en dat de kerkgangers nu sedert 1991 de 25e uitvoering mogen beleven.
Beleven is in dit verband wel een juiste woordkeuze vermits het telkens zowel voor koor, orkest, soli als aanwezigen een muzikaal en spiritueel hoogfeest betekent waar reikhalzend naar uitgekeken wordt. De authenticiteit van de viering, de muzikale omlijsting, de verwachtingsvolle aanwezigheid van zovele gelovigen en wellicht ook heel wat mindergelovigen, de zon die heel dikwijls in de loop van de viering pas haar opwachting maakt en de kerk in een warme gloed zet : alles draagt bij aan een uniek ‘warm samenzijn in verbondenheid en dankbaarheid’.
De onbeschrijfelijke voldoening om op dit zomers dankfeest zulke hemelse muziek de gewijde ruimte in te mogen sturen weegt dan ook ruimschoots op tegen de vrij krappe (en soms zelfs claustrofobische) ruimte op het hoogzaal voor de talrijke uitvoerders van dit monumentale werk (toch nog altijd maar de helft van het voltallige koor).
Walter van Rijsbergen, voorzitter deCHORALE
(met dank aan Leo Van achter voor het ter beschikking stellen van zijn archief)
Komentar